Het ene moment staat hij te sleutelen aan een grote maaimachine, het andere moment hangt hij een nieuw lampje op in het kantoor. René kan alles maken en dat is bekend bij zijn collega’s. Als de buitendienst ’s avonds weer terug is bij het hoveniersbedrijf aan de Loosterweg, staat er binnen vijftien minuten een rij in de werkplaats, vertelt René. “Of ik een nieuwe accu voor ze heb, een motor wil repareren, iets anders vervang… Dan moet je prioriteiten stellen. Wat is écht noodzakelijk en wie kan tot morgen wachten?” Blij is René als zijn collega’s wegrijden met een opgelapte machine. “Is het heel en werkt het weer? Dan heb ik een goed gevoel. Met een gekke bek roep ik ze altijd na: ‘je hebt garantie tot het hek!’
In hetzelfde schuitje
René heeft in 48 jaar tijd heel wat collega’s zien komen en gaan. Ook heeft hij een lange tijd met zijn broer samengewerkt bij HOEK. Als dat ter sprake komt, lacht René: hij heeft daar wel een leuk verhaal over.
Hij vertelt: “In de eerste tien jaar bij Hoek werkte ik samen met mijn broer in de buitendienst. Met een groep hoveniers gingen we op weg naar Oostzaan. We hadden de opdracht gekregen om daar bomen te planten langs de Rijksweg, een weg omringt door water en kleine eilandjes. Mijn broer roeide alle collega’s naar een eilandje. Bomen mee, gereedschap mee en na een aantal keer heen en weer varen, waren alle eilandjes bemand. Mijn broer legde de boot vast bij een van de eilandjes en ging zelf ook aan het werk. Tenminste, dat DACHT hij! Terwijl wij de bomen plantten, waaide de boot terug naar de kant van de weg. We moesten net zo lang zwaaien en roepen tot er een auto stopte. De man die erin zat, heeft de boot naar een van de eilanden geroeid. Toen pas konden we terug naar het vasteland.”
Jonge collega’s
Tijdens werktijd heeft René veel contact met zijn collega’s. Als een machine stuk gaat op locatie, wordt de monteur meteen gebeld. “Ik vraag eerst wat er aan de hand is en probeer dan of de hovenier het apparaat, met mijn hulp op afstand, weer aan de praat kan krijgen. Als dat niet lukt, ga ik er naartoe.”
Door zijn jarenlange ervaring hebben nieuwe collega’s toch wat ontzag voor hem. “Iedereen spreekt me aan met meneer, maar ik ben gewoon René. Als ik dat zeg, wordt de sfeer vanzelf wat losser.” René leert zijn jongere collega’s lassen en zij leren hem hoe een smartphone werkt. “Vroeger had je een autotelefoon, dat ding was niet te sjouwen. Als je ‘m vergat uit te zetten, was de accu van je auto binnen een uur leeg. Tegenwoordig heeft iedereen een mobieltje op zak. Dat is niet echt mijn ding, maar ik moet wel met de tijd mee. De jongens kunnen mij perfect uitleggen hoe mijn telefoon werkt. Ze flipperen er een beetje op en hup! Er is een berichtje verstuurd.”
Modernisering
Naast de telefoon zijn er in de loop der jaren ook andere machines bij HOELK gemoderniseerd. De machinemotors zijn verruild voor elektrische accu’s, het aantal machines verdubbeld. Is het werk van de monteur nu nog wel te overzien? René denkt van wel. “Alles wat we nu kopen, is kwalitatief beter dan vijftien jaar geleden. Bovendien is het ontwerp doordachter en gaat zo’n machine langer mee. Als het goed is, hebben deze apparaten minder onderhoud nodig. Maar als er wél iets gerepareerd moet worden, is kennis van de moderne technologie vereist. Mijn opvolger weet hier veel meer van: als ik iets niet weet, vraag ik aan hem hoe het zit.” Verbaasd is hij over de snelle groei van het bedrijf. “Straks hebben we negentig bedrijfswagens. Dat had je me veertig jaar geleden echt niet hoeven vertellen!”
In de winter worden alle machines nagekeken. René krijgt dan hulp van een aantal collega’s die het iets rustiger hebben door het koude weer. “Tenminste, dat was vroeger zo. Nu voert het hoveniersbedrijf het hele jaar projecten uit. Er is werk zat en het is áltijd druk. Eigenlijk is er hier het hele jaar werk voor twéé monteurs.”
Niet stilzitten
René mag bijna met pensioen, maar hij roept nu al dat hij twee maanden langer doorgaat. “Dan ben ik hier vijftig jaar in dienst. Die acht weken kunnen er ook nog wel bij.” Daarna gaat René gewoon door met klussen, in het huis van zijn kinderen en bij zijn broers bijvoorbeeld. Want, zo zegt hij: “Stilzitten kan ik toch niet.” Een van zijn kleinkinderen heeft het klus-gen van opa al in zich. Als René bezig is met schroevendraaiers en een boormachine, komt zijn kleinzoon van anderhalf er maar al te graag bij staan. “Dat kleine ventje doet alles na en voelt zelfs of de schroeven goed in de muur zitten. Hij kan nog veel van mij leren en daar heb ik genoeg tijd voor als ik straks met pensioen ben.”
Auteur: Suzanne Meeuwissen
Ook zin om aan de slag te gaan bij HOEK?