Vandaag windkracht negen. Ik loop samen met de greenkeeper over een golfbaan. Met dit weer, is het maximaal uitwaaien.
Wij zijn bezig met de boomveiligheidscontrole van de bomen op en rond de baan. In mijn rol als controleur kom ik toch op de mooiste plekken. Ondanks het ruige weer geniet ik van mijn werk. Wie houdt er niet van buiten en van bos?
Het parcours van de golfbaan slingert door het golvende duinlandschap. Aangelegd groen en natuurlijk groen zijn hier onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Terwijl wij tegen de wind in leunen, sjouwen wij het duin op. De greenkeeper vertelt mij zijn plannen. Ingepakt als Michelin-mannetjes is het moeilijk aantekeningen te maken op het steeds vochtiger wordende papier. “Weet je” zegt hij, “er staan hier gewoon te veel bomen. Het is een duinbaan. Die dennen horen hier helemaal niet!”. En dat, terwijl ik net een fraai exemplaar bewonder. Ik denk na. Wat is de vraag? Wat is mijn taak? Een windvlaag doet mij wankelen.
Tussen de regels door begin ik te lezen wat hier staat. De dennen zijn prachtig, althans de meeste. Het duinlandschap ook! En het spanningsveld tussen die twee is mooi. En toch…
Tussen de bossen ligt de baan. Ruim een eeuw geleden was het hier open duingebied, een ruig en golvend graslandschap. Als ik mijn ogen afwend van de karakteristiek gebogen, majestueuze dennen en mij concentreer op de vergezichten in de baan, dan valt mij op hoe weinig open het landschap nu is.
De baan groeit dicht. Ook de omliggende duinen groeien dicht. Bomen en struiken breken de wind, waardoor het rustiger wordt, al is dat vandaag niet te merken. Minder wind betekent minder dynamiek in het landschap: minder stuiven en sneller groeiende struiken. Het duinlandschap staat onder druk. Verruiging van grassen, struikengroei, verzuring door stikstofdepositie veranderen de groeiomstandigheden en daardoor het landschap.
De golfbaan wil de baan beheren, en de natuur behouden zoals deze was. Een open duin-graslandschap. Bomen kunnen wel, maar niet te veel. Hun naalden verzuren de grond en verdringen daarmee de beschermde, daar voorkomende duinplanten.
Zie hier het dilemma. Prachtige dennen, maar teveel. Nog net niet verkleumd rijden we terug naar hun kantine. De buggy hotst en botst. Om het landschap te beschermen moeten we dus bomen omhakken. De meest eenvoudige beslissingen vragen vaak veel kennis en overleg.
Mijn telefoon gaat, een collega. “Ik sta hier bij een half afgebroken boom…” Met video-bellen laat hij mij de populier zien. Het is niet goed, ik moet er snel vandoor.
Met dank aan collega Ruben, die deze column schreef als opdracht voor zijn opleiding European Tree Manager.
Heb je een vraag?