Daan Bleichrodt van IVN natuureducatie wil de komende jaren zoveel mogelijk Tiny Forests planten in stedelijke gebieden. In Hoek vond hij een partner voor de lange termijn.
Een Tiny Forest is een dichtbegroeid, inheems bos ter grootte van een tennisbaan, waar buurtbewoners en schoolkinderen de Nederlandse natuur kunnen ontdekken. Zo’n 600 bomen, struiken en heesters die snel groeien en zo een wezenlijke bijdrage leveren aan de biodiversiteit: meer flora, insecten, vogels en amfibieën.
Geestelijk vader van het minibosje is Shubendu Sharma, die al meer dan 100 bossen aanlegde in India, Pakistan en de Verenigde Staten. Bleichrodt zorgde in 2015 voor de Nederlandse primeur. Hij benaderde Sharma, zocht naar een geschikte plek en organiseerde een symposium. Alwaar hij André Hoek tegen het lijf liep. Afgesproken werd dat Hoek de realisatie zou doen van het eerste Tiny Forest in Zaandam. Dat was het begin van een intensieve samenwerking, die tot de dag van vandaag duurt.
Prototype
Het bos in Zaandam bleek een goede eerste stap. ‘Dat bos telde voor ons als een goed werkend prototype. Vervolgens hebben we al onze kennis vastgelegd in handboeken. Tot nu toe leveren we iedere anderhalf jaar een nieuwe versie op, afgelopen januari alweer de derde. Samen met Hoek hebben we vervolgens cursussen voor hoveniers ontwikkeld zodat anderen er ook mee aan de slag kunnen. Inmiddels hebben we 32 cursisten (hoveniers) mogen verwelkomen. Dat vind ik mooi van Hoek: het gaat om het maatschappelijk belang, dat weegt zwaarder dan dat je kennis deelt met concurrenten.’
Hij vertelt: ‘André was degene die het project vanaf het begin omarmde. Dat nieuwsgierige dna zit er wel in bij Hoek. Opmerkelijk, want de hovenierswereld is overwegend behoudend. Maar IVN deelt de kernwaarden van Hoek, we willen natuur en mensen verbinden, en duurzaam innoveren. Je zoekt elkaar ook niet op, je komt elkaar tegen en en merk je dat je dezelfde waarden deelt.’
Beestjes tellen
Van het ministerie van Economische Zaken kreeg Daan financiering voor wetenschappelijk onderzoek naar de impact van Tiny Forests. ‘Het eerste rapport laat zien dat onze aanpak werkt, een Tiny Forest draagt echt bij aan de biodiversiteit. Ecoloog Fabrice Ottburg deed zelf onderzoek en leidde vrijwilligers op om ook mee te helpen. We hebben een jaar lang met vrijwilligers rondes gemaakt in het bos en letterlijk beestjes geteld. In de bomen, op de grond, in de lucht. We kwamen tot 180, 190 soorten. Nachtvlinders, vogels, kikkers, salamanders…
Het belangrijkste doel van IVN is verbinden mens en natuur door natuur dichtbij te maken. Bewustzijn over insecten en hun habitat staat voorop. En het tegengaan van insectensterfte. Daan: ‘76 procent is al verdwenen. Het is een tikkende tijdbom onder onze manier van bestaan. Maar ik geloof wel dat insecten veerkracht hebben. Als je het maar aandacht geeft. Dit is een biodiversiteitsproject in hart en nieren, want elke boomsoort en plant trekt weer andere dieren aan.’
Minder pesten
‘Ik ben er heilig van overtuigd dat verharding van de buitenruimte leidt tot verharding in de maatschappij. Verharding polariseert, dus haal het eruit! Een groener schoolplein leidt ook tot minder pesten. Men heeft in Groot-Brittannië wel eens onderzoek gedaan naar stress, in een heel lange straat in Groot-Brittannië, waar alle lagen van de bevolking wonen, van rijk naar arm. Stress is namelijk een goede voorspeller van gezondheid.
‘Wat bleek: mensen die waren opgegroeid met een boom voor hun raam, konden beter omgaan met sociale stress. Als je een muur voor je raam had, scoorde je slechter. Mensen in een groene leefomgeving scoren ook beter op gezondheid. Groen ontspant, filtert lucht, versterkt je aandacht en werkt verkwikkend. In stedelijk gebied word je blootgesteld aan ontzettend veel visuele prikkels. Dat werkt stressvol voor het lichaam. In de natuur worden die delen van de hersenen geactiveerd die zorgen voor waardebeleving, zelfreflectie en flexibiliteit. Groen zorgt voor herstel van de aandacht.’
Tiny Forests hebben ook een sociaal aspect, volgens Daan: ‘We willen mensen in de stad kennis laten maken met het bos. Het ontspant, en je trekt er eerder zelf op uit. Bovendien is het een ontmoetingsplek. Daarnaast leiden de bosjes tot meer opslag van CO2 en tot verkoeling, doordat bomen vocht vasthouden. Dat wil ik ook meten, dus heb ik de Universiteit van Wageningen gevraagd dit ook te onderzoeken.’
Wat zit er dit jaar nog meer in het vat?
We hebben afgelopen jaar 23 Tiny Forests aangelegd en aankomend plantseizoen leggen we er nog 50 á 60 aan. HOEK gaat een groot deel aanleggen. Deze bossen leggen we samen met onze partner-gemeenten aan. In 2018 wierven we de eerste 12 gemeenten, die allemaal 4 bosjes aanleggen voor 2020. Medio mei maken we de volgende 12 gemeenten bekend, die leggen de komende twee jaar allemaal 3 bosjes aan.
En: om Tiny Forests nog laagdrempeliger te maken, hebben we het plan van aanpak vertaald naar 7 animatiefilmpjes. Met tips en al. Op deze manier kan iedereen zelf een online cursus Tiny Forest volgen om een Tiny Forest aan te leggen bij hun in de buurt. Vanaf begin juni willen we mensen ook de mogelijkheid geven om een Tiny Forest aan te leggen in hun eigen tuin, een zogenaamde Tuiny Forest. Ik heb het zelf al uitgeprobeerd in mijn eigen tuin: een inheems minibos van zes vierkante meter. Je koopt een pakket via webshop www.sprinklr.co, compleet met handboekje. Vanaf juni gaan we hiermee beginnen. Op het Centraal Station in Amsterdam hebben we begin april een pop-up Tiny Forest geplaatst, en dit bosje konden mensen winnen. Dit leverde maar liefst 83 reacties op. Binnenkort planten we samen met Hoek dit pop-up bos bij een mevrouw in de voortuin. Een voortuin is mooi, want dan zien meer mensen het resultaat. En dat wil je hebben natuurlijk.’
Ook samenwerken met HOEK?