Op 1 juni is onze collega Piet Warmerdam geheel onverwacht op 58-jarige leeftijd overleden.
De verslagenheid en het verdriet onder de collega’s is groot. Piet was een dierbare collega en binnen vestiging Voorhout actief als uitvoerder en coördinator van diverse projecten op het gebied van beheer openbare ruimte, sport & golf en beplantingswerk. Een vakman binnen zijn werkgebied en een rustpunt binnen het team. Als Piet het regelde kon je erop vertrouwen dat het goed kwam. Maar bovenal was hij een zeer aimabel mens, altijd goedgehumeurd, behulpzaam, maakte altijd tijd en was oprecht in je geïnteresseerd.
We zijn dankbaar voor wat hij ruim 7 jaar voor ons familiebedrijf heeft betekend en gaan Piet missen.
We wensen zijn geliefde partner Denise, Bart en Gijs, ouders, zus, broer en naaste familie, vrienden en dierbaren alle sterkte.
Helemaal op zijn plek in het groen; Mohammad Thamer (27) werkt sinds zes maanden als hovenier voor HOEK.
“Ik ben graag buiten, het werk is afwisselend en ik vind het fijn om iets op te knappen. Als hovenier verzorg ik samen met collega’s het onderhoud van de tuinen van opdrachtgevers als Intermaris. Heerlijk om eind van de dag de tuinen weer netjes achter te laten.”
Waalhandjes
“Hiervoor deed ik beveiligingswerk en in mijn vrije tijd hielp ik bij de Waalhandjes. Ik vind het fijn om iets voor een ander te kunnen betekenen”, vertelt Mohammad. De Waalhandjes is een prachtig initiatief van Abderrazak (Appie) Azzouzi. Appie zet zich in om om jongeren die die aansluiting met de maatschappij zijn kwijtgeraakt weer op de rails te helpen door het doen van klussen. Intermaris zet de kracht van de Waalhandjes regelmatig in voor diverse werkzaamheden, zoals tuinprojecten. Het is een win-win situatie voor bewoners en jongeren.
Via een participatieproject van de Waalhandjes, Intermaris en HOEK ging Mohammad samen met de buurtbewoners aan de slag met het planten van beplanting, hekken zetten en tuinen opknappen. Mohammad was zo enthousiast en raakte aan de praat met meewerkend HOEK uitvoerder Victor. Victor aarzelde geen moment, haalde pen en papier, gaf het nummer van de HR manager en de week erna was het beklonken.
Goede aanvulling Inmiddels werkt Mo sinds april bij HOEK aan onderhoudsprojecten vooral voor Intermaris. “Hij is ontzettend leergierig, geeft niet om een spat regen en is een goede aanvulling op het team”, aldus Victor. Ook voor de toekomst zit Mohammad vol plannen. Zo wil hij voor het eind van het jaar zijn rijbewijs halen en liefst gelijk daarna zijn vakopleiding beginnen.
" Ik wil vooral graag leren over de verschillende soorten planten en hun kenmerken "
- Mohammad -
HOEK helpt hem graag bij het uitstippelen van zijn groene carrière. Kijk op www.werkenbijhoek.nl voor meer informatie over de openstaande vacatures.
Ook zo'n vliegende start als Mohammad maken bij HOEK?
Met groot verdriet geven wij kennis van het overlijden van onze oud-directeur en voormalig mede-eigenaar
Peter Hoek
15 augustus 1944 7 oktober 2022
Met dankbaarheid voor wat hij voor ons familiebedrijf heeft betekend, nemen wij afscheid en herdenken wij Peter Hoek. Peter leidde samen met zijn broer Hennie tot 1 januari 1997 als tweede generatie het familiebedrijf.
Ruim 35 jaar heeft Peter Hoek zich met passie ingezet voor het bedrijf. Hij gaf op zijn eigen karakteristieke wijze leiding aan de groenvoorzieningstak.
Een vakman in hart en nieren, verantwoordelijk voor grootschalige groenprojecten zoals aanleg en onderhoud van recreatieterreinen, beplantingswerken,
het beheer van groenvoorzieningen langs provinciale- en rijkswegen, boomverzorgingsprojecten en het beheer van gemeentelijke groen. Daarnaast beheerde hij vele jaren het machine- en wagenpark.
Na zijn vertrek uit het bedrijf in 1997 bleef hij altijd oprecht geïnteresseerd in de ontwikkelingen van het bedrijf.
Wij wensen zijn vrouw Riet, Fred en Ella, Tom en Brigitta, Sandra en Kevin, kleinkinderen, familie en dierbaren veel sterkte en troost.
Namens de medewerkers van HOEK
André en Marian Hoek
Het regent. Pijpenstelen. Niet recht naar beneden, maar bijna horizontaal.
Vandaag windkracht negen. Ik loop samen met de greenkeeper over een golfbaan. Met dit weer, is het maximaal uitwaaien.
Wij zijn bezig met de boomveiligheidscontrole van de bomen op en rond de baan. In mijn rol als controleur kom ik toch op de mooiste plekken. Ondanks het ruige weer geniet ik van mijn werk. Wie houdt er niet van buiten en van bos?
Het parcours van de golfbaan slingert door het golvende duinlandschap. Aangelegd groen en natuurlijk groen zijn hier onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Terwijl wij tegen de wind in leunen, sjouwen wij het duin op. De greenkeeper vertelt mij zijn plannen. Ingepakt als Michelin-mannetjes is het moeilijk aantekeningen te maken op het steeds vochtiger wordende papier. “Weet je” zegt hij, “er staan hier gewoon te veel bomen. Het is een duinbaan. Die dennen horen hier helemaal niet!”. En dat, terwijl ik net een fraai exemplaar bewonder. Ik denk na. Wat is de vraag? Wat is mijn taak? Een windvlaag doet mij wankelen.
Tussen de regels door begin ik te lezen wat hier staat. De dennen zijn prachtig, althans de meeste. Het duinlandschap ook! En het spanningsveld tussen die twee is mooi. En toch…
Tussen de bossen ligt de baan. Ruim een eeuw geleden was het hier open duingebied, een ruig en golvend graslandschap. Als ik mijn ogen afwend van de karakteristiek gebogen, majestueuze dennen en mij concentreer op de vergezichten in de baan, dan valt mij op hoe weinig open het landschap nu is.
De baan groeit dicht. Ook de omliggende duinen groeien dicht. Bomen en struiken breken de wind, waardoor het rustiger wordt, al is dat vandaag niet te merken. Minder wind betekent minder dynamiek in het landschap: minder stuiven en sneller groeiende struiken. Het duinlandschap staat onder druk. Verruiging van grassen, struikengroei, verzuring door stikstofdepositie veranderen de groeiomstandigheden en daardoor het landschap.
De golfbaan wil de baan beheren, en de natuur behouden zoals deze was. Een open duin-graslandschap. Bomen kunnen wel, maar niet te veel. Hun naalden verzuren de grond en verdringen daarmee de beschermde, daar voorkomende duinplanten.
Zie hier het dilemma. Prachtige dennen, maar teveel. Nog net niet verkleumd rijden we terug naar hun kantine. De buggy hotst en botst. Om het landschap te beschermen moeten we dus bomen omhakken. De meest eenvoudige beslissingen vragen vaak veel kennis en overleg.
Mijn telefoon gaat, een collega. “Ik sta hier bij een half afgebroken boom…” Met video-bellen laat hij mij de populier zien. Het is niet goed, ik moet er snel vandoor.
Met dank aan collega Ruben, die deze column schreef als opdracht voor zijn opleiding European Tree Manager.
2019 staat in het teken van interne communicatie, aldus Ilse Pennings. ‘Ik vind het belangrijk dat een medewerker zich prettig voelt, dat we een team zijn en elkaar kunnen inschakelen. De verhalen van de medewerkers kan ik goed gebruiken in de communicatie naar buiten. Zo krijg je een vliegwiel.’
Een normale werkdag begint voor Ilse Pennings, medewerker marketing en communicatie bij HOEK, met het checken van HOEK’s social media-kanalen. Altijd. ‘Ik kijk of we nog ergens op moeten reageren. Of het al tijd is voor een nieuw bericht.’ Daarna duikt ze in de Whatsapp-groep van HOEK, waarin medewerkers beelden van hun werkzaamheden kunnen plaatsen. Ilse: ‘Die app geeft me waardevolle input over waar Hoek allemaal mee bezig is. Het is een mooie mix van werkfoto’s, maar ook beelden van bijvoorbeeld de viering van de Koningsspelen op het pas gerenoveerde Willem-Alexanderplantsoen in Zoetermeer.’
Exponentieel gegroeid
Is het druk op social media? Ilse: ‘Het loopt goed, vooral als we in een post ook de opdrachtgever kunnen taggen en artikelen gedeeld worden. Social media zie ik als een manier om de diversiteit aan werkzaamheden te laten zien: kijk, hier zijn we allemaal mee bezig. Maar we gebruiken het ook voor opdrachtgevers: zo hebben we voor de gemeente Zoetermeer een aparte Facebook-pagina geopend waarop we foto’s delen van alles wat we doen in de wijk, van prullenbakken legen tot participatieprojecten met bewoners. Een hele vernieuwende manier van werken.’
De website vormt nu het centrale punt in de communicatie. Ilse: ‘In het begin moesten mensen wel wennen, vooral aan wat we zeiden op social media. Maar we zijn sindsdien exponentieel gegroeid.
‘Doen jullie dat ook?’
Vorig jaar vierde HOEK haar 75e verjaardag. Het video-interview met directeur André Hoek werd volgens Ilse enorm veel bekeken en gedeeld. ‘We kunnen via digitaal heel goed ons verhaal vertellen. Maar misschien nog belangrijker: mensen zien opeens welke expertises je nog meer in huis hebt. Vroeger hoorde je op kantoor nog wel eens een klant zeggen: “Oh, maar doen jullie dat ook?” Dankzij digitaal hebben mensen nu een veel beter beeld van HOEK en ben je een interessante partij om mee samen te werken.’
Dat niet alleen. Digitaal draagt ook bij aan de verbetering van de plannen van aanpak die HOEK maakt voor verschillende partijen. Ilse: “Door fotografie toe te voegen, kun je kwaliteit zichtbaarder maken. Want we willen eersteklas kwaliteit leveren. We willen geen prijsvechter zijn, maar meedenken over het hele project. Dat is de laatste jaren echt veranderd in de manier waarop we werken: we leveren een totaalaanpak, maken plannen voor een complete wijk en zijn vanaf de beginfase betrokken.”
Je houdt je bezig met zowel interne als externe communicatie, en met pr. Hoe hou je het overzicht? Ilse: ‘Door iedereen te betrekken als ambassadeur op locatie. Dat is hoe communicatie werkt. En daar gebruik ik de groepsapp voor, maar ook de planborden op de kantoren waarop alle projecten staan beschreven, en de maandelijkse teambijeenkomsten waar veel informatie en foto’s gedeeld worden. Het werkt doordat je die mix hebt, die je kunt gebruiken voor de branding van het hele bedrijf.’
Van 30 naar 8 vacatures
Ilse noemt als recent succes de serie video’s die ze samen met marketingbureau Raaf & Wolf maakte om nieuw personeel te werven: ‘In een overvolle arbeidsmarkt moet je je goed onderscheiden.
In de video’s belichten we verschillende functies. Het was een mooi, succesvol project: hiervoor hadden we 30 openstaande vacatures, nu nog maar 8. Intern leefde het ook erg, mensen deelden de video’s met familie. Daar ben ik trots op.’
De dag gaat verder met overleg, het schrijven van een blog of vacature, afspraken maken voor de website, het tijdschrift… Waarom de keuze voor zo’n ouderwets medium? Ilse: ‘Ik wilde na ons jubileumjaar laten zien waar Hoek nu staat. Het tijdschrift is als een tijdstempel: dit is Hoek nu, dit zijn de gezichten, dit doen we en hier staan we voor. We maken het voor alle medewerkers, maar we kunnen het ook goed delen met opdrachtgevers en nieuwe werknemers. Het is een mooie manier om te laten zien dat we trots zijn op het bedrijf en ons vak.’
Verhalen als vliegwiel
Interne communicatie staat dit jaar centraal in de strategie van HOEK. Ilse legt uit: ‘Bij externe communicatie wil je het verhaal van HOEK vertellen. Bij interne communicatie vind ik het belangrijk dat een medewerker zich prettig voelt, dat we als één bedrijf opereren en elkaar steeds kunnen inschakelen. Dat we een team zijn. En met de input van de medewerkers heb ik weer mooie content die ik kan gebruiken in de communicatie. Zo krijg je een vliegwiel. Verhalen die HOEK goed neerzetten en die nooit stoppen.’
Krijg je waardering voor je werk? Ilse: ‘Zeker. Dat uit zich in likes op social media, maar het is nog leuker als ik persoonlijke reacties krijg op bijvoorbeeld de videos. Dat mensen de video aan hun familie laten zien. Maar het kan ook een compliment van een collega zijn, of alle reacties die we kregen naar aanleiding van het personeelsevent, vorig jaar juni. Zonder dat we erom hadden gevraagd, recht uit het hart. Dat soort zaken geven me waardering.’
Ik ben Julien Keijzer, met mijn vader legde ik (als vakantiewerk) al eerder tuinen aan en deed daarvan onderhoud in de particuliere sector. Toen er bij HOEK een vacature was heb ik me direct gemeld en een paar dagen later was ik al aan het werk. Een prima gang van zaken waar ik nog nooit spijt van heb gehad. Mijn werk is heel afwisselend. Ik houd me bezig met de beeldkwaliteit van projecten en daarnaast is de bestrijding en beheersing van de oprukkende Japanse duizendknoop (via Sieboldius) mijn specialiteit.
Wat is de link tussen HOEK en Sieboldius?
Ik ben benaderd door André Hoek om mij te gaan verdiepen in de wereld van de Japanse duizendknoop. Binnen een relatief kort en intensief traject hebben wij ons weten neer te zetten als specialist met Sieboldius als eigen identiteit. De verschillende methoden en werkwijzen vragen om een specifieke uitvoering, een uitvoering die weinig partijen kunnen bieden. De correcte werkwijze kan daardoor ook goed geborgd worden binnen HOEK.
Japanse duizendknoop
Deze woekerplanten kunnen door hun ongeremde groeikracht grote schade aanrichten. Bijvoorbeeld aan dijken, rioleringen en funderingen. Maar ze verdringen ook alle andere vegetatie in de buurt. Een 100% effectieve bestrijding is er nog niet, maar dankzij onze eigen methoden en werkwijzen boeken wij goede resultaten en zo kunnen we ons met Sieboldius profileren als Japanse duizendknoop experts. Een resultaat dat mij grote voldoening geeft.
Naast deze voldoening is mijn dag ook geslaagd als ik zie dat we met elkaar dingen bereikt hebben. Niet alleen mijlpalen hoor. Gewoon alles gedaan binnen de planning of even lekker lachen met elkaar is ook al prachtig. Dat lukt natuurlijk ook makkelijker als je openstaat voor nieuwe inzichten en ideeën zoals ik die krijg via vele gesprekken die ik via mijn veelzijdige contacten heb.
Japanse duizendknoop
Young Potentials
Daarnaast neem ik ook deel aan de werkgroep Young Potentials binnen HOEK. Ook door middel van vakbladen en internet houd ik me goed op de hoogte. Mijn passie wordt vooral gevoed als ik de resultaten zie: een perfect geschoren haag bijvoorbeeld of een tuin die precies beantwoordt aan de filosofie die erachter zit. Uit alles moet het plezier zichtbaar zijn waarmee er gewerkt is. Ik werk hier graag want gelukkig krijg ik bij HOEK de ruimte om me steeds verder te ontwikkelen.
Ik heb intussen allerlei klussen gedaan en veel geleerd ook dankzij al die verschillende mensen die hier werken, met hun diverse achtergronden en verhalen. Elke dag heeft voor mij zijn eigen uitdaging.
Hovenierswerk is mensenwerk. Zonder goede medewerkers die het buiten waarmaken, zou HOEK niet het bedrijf zijn dat het nu is. Adjunct-directeur Cor Bruijne weet dat als geen ander.
Cor Bruijne werkt al ruim 30 jaar bij HOEK. “Het managementteam en de directie maken strategische keuzes voor het bedrijf. Maar wat wij bedenken is pas succesvol als de medewerker buiten die keuzes begrijpt en goed weet op te pakken. Alle medewerkers zijn dagelijks op locatie het visitekaartje van het bedrijf. Dat is een stevige verantwoordelijkheid.”
Tevreden gebruiker
Het hoveniersvak verandert, constateert Cor. “Vroeger lag de nadruk op ‘maken en netjes houden’. Nu draait het vooral om een tevreden gebruiker. Dat is veel abstracter. De medewerker buiten moet dat invullen. Daar zijn steeds vaker ook flexwerkers bij en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Sociale en communicatieve vaardigheden zijn dus minstens zo belangrijk als vaktechnische vaardigheden.”
Zelfstandigheid
Opdrachtgevers kiezen voor HOEK omdat de medewerkers ter plaatse kundig zijn en meedenken over en zorgen voor de juiste oplossing. “Ze krijgen daar ook de ruimte voor. Wie ter plekke een bepaalde beslissing neemt, weet zich altijd ‘gedekt’ door de organisatie. En wie met goede ideeën komt voor verbeteringen, kan erop rekenen dat daar serieus naar wordt gekeken.”
“Sociale en communicatieve vaardigheden zijn minstens zo belangrijk als vaktechnische vaardigheden.”
Betrouwbaar
Betrouwbaarheid blijkt een belangrijk kenmerk van de dienstverlening van HOEK, zo blijkt uit gesprekken met opdrachtgevers. “Dat lijkt vanzelfsprekend, maar is het niet. Het betekent vaak ook: iets meer doen dan wordt verwacht. Als we een plan van aanpak maken en bepaalde toezeggingen doen, dan checken we of we die nakomen. Overleg is belangrijk: kennis delen, uitwisselen, herhalen. Zaken afstemmen en voorbeeldgedrag. De projectleiders bijvoorbeeld, zijn een onmisbare schakel in de vertaling van de strategische keuzes naar de werkvloer.”
Digitaal
Om het buiten waar te kunnen maken, worden werkprocessen steeds meer gedigitaliseerd. Een groot deel van de medewerkers heeft een tablet waarmee ze op locatie eenvoudig hun uren kunnen registeren, werkinstructies kunnen raadplegen en nog veel meer. “Dat scheelt een hoop papierwerk. En alle gegevens die je nodig hebt, zijn real time beschikbaar. Zo besparen we tijd en beperken we de kans op fouten.”
Trots
Of HOEK trots is op haar medewerkers? “Uiteraard!”, stelt Cor. “Zonder hen kunnen we het niet. Zij maken het iedere dag op locatie waar.”
‘Vanaf half mei tot eind oktober maai ik bermen en parken, in de wintermaanden onderhoud ik de planten. Het maaien gebeurt met een tractormaaier, daarna hooien we, persen we de balen en voeren alles af. Ik werk in een team van 6 a 7 man, met vier tractoren. Eentje waarmee we maaien of het gras wiersen, een tractor die continue wierst en een tractor die de balen perst. Daarnaast maaien en harken we met de hand bij.’
Wie zijn je opdrachtgevers?
‘Meestal gemeentes, zoals Alkmaar en Heerhugowaard. Maaiwerk gebeurt bij Natuurmonumenten op buitenplaats Beeckestijn in Velsen en Koningshof in Bloemendaal.’
Wanneer is jouw werkdag geslaagd?
‘Als we lekker gewerkt hebben en we gedaan hebben wat we voor ogen hadden die dag. En als de machines heel zijn gebleven.’ ‘Ik sta op om kwart over vijf, smeer mijn brood en vertrek naar de zaak in Ursem. Na een bakkie pak ik mijn spullen voor de klus van die dag. Na het werk hoor ik in Ursem wat we de volgende dag doen. In het maaiseizoen nemen we vaak even de planning door voor de volgende dag.’
Hoe belangrijk is werken in een team?
‘Heel belangrijk, maar nog belangrijker is het om als team te werken. Je hebt elkaar nodig om tot een goed eindproduct te komen. En dan maakt het niet uit wat het eindproduct is, een tuin, schoolplein, een woonwijk of park.’
Hoe blijf jij up to date?
‘Ik lees mijn vakblad, kijk om me heen, ook op internet. Ik stel vragen en ontmoet mensen uit het vak op cursussen. Dan wissel je informatie uit.’
Wat is jouw passie?
‘Lekker buiten zijn en in de zomermaanden maaien. En buiten HOEK -naast mijn gezin- het Korps Nationale Reserve. Ik was laatst zeven maanden op pad met de Luchtmobiele brigade, waaronder vier maanden op Curacao.’
Bij een groot hoveniersbedrijf zoals HOEK werken allerlei specialisten. Een van die specialisten ben ik, Ron van Tuijl. Ik ben hovenier en dan gaat het vaak om het fijnere werk. Snoeien van heesters en heggen bijvoorbeeld. Het op precieze wijze verwijderen van onkruid en het verzorgen van nieuwe aanplant horen daar ook bij. Het gaat erom dat je allround bent en vanuit je opleiding en ervaring weet hoe je dit afwisselende werk zelfstandig en verantwoord moet doen. Vanuit mijn specialisme ben ik betrokken bij allerlei verschillende projecten. Of het nu gaat om tuinen van particulieren volledig nieuw in te richten of dat het gaat om gemeentelijk groenvoorzieningen je moet altijd alert zijn en kijken wat voor de opdrachtgever het beste resultaat geeft.
Teamwork
Bij het hovenierswerk hoort vanzelfsprekend ook dat je de tekeningen van de ontwerpers goed kunt lezen en dan precies weet wat er te doen staat. Het fijne aan het werk is ook dat je altijd lid bent van een team waardoor je een groot saamhorigheidsgevoel ontwikkelt. De samenstellingen van onze teams zijn divers: zowel jonge als oudere collega’s werken daarin optimaal samen. Bij HOEK ligt de nadruk vooral ook op het feit dat we samen een perfect resultaat neerzetten.
Innovatief
Op dit moment zijn we ook erg bezig met de overschakeling naar elektrische apparaten. Zware lichamelijke inzet wordt dan ook sterk verminderd. Een groot voordeel is ook dat het relatief stil is en zonder stank. Iets wat onze klanten ook erg prettig vinden. Als je dan aan het eind van de dag terugkijkt op wat er door ons team gedaan is, zijn we allemaal trots op de goed gedane klus. Het maakt ons trots op ons werk en kunnen nog even gezellig napraten.
Passie
Dat napraten gebeurt ook regelmatig met pas gearriveerde collega’s die vaak helemaal niet direct voor het vak hebben gekozen. Maar door de mogelijkheid om hier een opleiding te volgen en dagelijks ervaring op te doen ook een passie voor de wereld van groen ontwikkelen. Ze ontdekken dat hier mooie carrièrekansen liggen.
HOEK is al ruim 75 jaar een betrokken partner. Niet alleen voor opdrachtgevers en leveranciers, maar ook voor de eigen medewerkers. Inmiddels zijn dat er bijna 200. Zij maken allemaal deel uit van de familie en kunnen rekenen op kansen voor ontwikkeling en ruimte voor eigen keuzes.
HOEK zorgt als groenbedrijf voor een prettige leefomgeving en wil de wereld een stukje beter maken. “We hebben veel in handen voor onze toekomst en die van onze kinderen”, vertelt HR-adviseur. Die zorgplicht voelen directie en managementteam ook richting de medewerkers. “Wat dat betreft is HOEK een echt familiebedrijf, de zorg voor elkaar zit in het DNA.”
Werk verlichten
Zorgen voor elkaar betekent bij HOEK ook zorgen dat medewerkers gezond en vitaal hun pensioen kunnen halen. “Waar mogelijk bieden we mogelijkheden om het werk te verlichten. Gelukkig zijn er steeds meer materialen en gereedschappen.
Mentaal
Aandacht voor vitaliteit gaat verder dan alleen de lichamelijke gezondheid. Ook de mentale kant is van belang. “We zijn ons ervan bewust wat werkdruk met mensen kan doen. En we beseffen dat mensen ook nog een leven hebben naast hun werk. De maatschappij verandert, een deel van de medewerkers wil hun leven anders inrichten. Als je hen wilt behouden, zul je moeten meebewegen.”
“Mensen hebben ook nog een leven naast hun werk”
Papadag
HOEK is een modern bedrijf en ontwikkelt zich voortdurend. Het staat bijvoorbeeld open voor parttime werken en flexibele werktijden. “Een vader wil bijvoorbeeld een papadag. En een moeder wil haar kind ’s middags van school halen. Dat soort wensen willen we faciliteren. Zo helpen we onze medewerkers werk en privé in balans te houden. Dat geeft minder stress. Ze ervaren het werk als prettiger, zijn productiever en willen verbonden blijven.”
Wat heb je nodig?
Doel is om voor medewerkers in elke leeftijdscategorie te bekijken wat ze nodig hebben. “We gaan het gesprek aan: hoe gaat het, waar wil je naartoe, wat heb je nodig? De leidinggevenden buiten, zoals projectleiders en voormannen, spelen daar ook een rol in. We coachen hen daarbij. Zij maken de medewerkers dagelijks van dichtbij mee en kunnen signaleren als het wat minder goed gaat met iemand. Ook dan willen we er zijn. Je ziet wel, na ruim 75 jaar heeft HOEK nog volop ambities om te zorgen voor haar mensen en voor een betere wereld!”
Storm, regen, wind, zonneschijn dat is het weer dat ik als voorman bij HOEK elke dag meemaak en waarbij ik het altijd naar mijn zin heb. Ik ben Peter. Ik ben dagelijks betrokken bij en heb de leiding over een tiental projecten. Projecten die te maken hebben met natuur en recreatie. We weten allemaal dat de natuur als recreatie omgeving van enorm belang is. Of het nu gaat om wandelen in en bos of park of genieten van sport op goed aangelegde sportaccommodaties of misschien gewoon even rustig zitten op een bankje in de binnentuin van een woonvoorziening, het gaat altijd om de mensen die er gebruik van maken.
Dagelijks werk
Ik ben altijd alert om bij al die verschillende projecten steeds in het oog te houden; wie de gebruikers zijn en hoe we het beste aan hun behoeften kunnen voldoen.
Als je dan kijkt hoe onze werknemers op allerlei verschillende locaties hun werk doen, is het van groot belang dat ze zich gesteund voelen door de organisatie. Niet alles gaat natuurlijk altijd van een leien dakje. Bij graafwerkzaamheden kunnen bijvoorbeeld onverwachte obstakels in de grond zitten. Ook kan er soms verschil van mening zijn over planten en materialen bij een project. Dat vergt goed overleg en inlevingsvermogen.
Creativiteit
Er wordt dan een groot beroep gedaan op mijn creativiteit. Je ziet dan ook gelijk de kracht van onze digitalisering. Op mijn tablet ontvang ik direct meldingen en als het nodig is rij ik gelijk naar de betreffende locatie. Meestal regel ik dan in goed overleg met de opdrachtgever en kan het betreffende team weer verder. Een enkele keer is het spannender en moet er bijvoorbeeld langer worden gekeken naar objecten in de ondergrond. Dat kunnen leidingen of bijvoorbeeld oude putten zijn.
Heel belangrijk in mijn werk is het overleg met de teams die het werk uitvoeren. We bespreken van te voren alle ins en outs van het komende project om dan met vertrouwen aan de slag te gaan. Werken in en met groen geeft mij elke dag ontzettend veel voldoening.
René Havenaar werkt 2 september vijftig jaar bij HOEK in Voorhout. Een gouden jubileum. Op 6 september werd hij in zijn vertrouwde werkplaats in het zonnetje gezet.
Technische school
De geboren en getogen Voorhouter doorliep de LTS in Leiden. Monteur wilde hij worden. Zijn vader verdiende zijn brood in de bollen. Elk jaar een andere baas. Dat zag René niet zitten. Na zijn opleiding aan de Don Bosco school in Leiden startte hij meteen bij het hoveniersbedrijf, waar ook zijn broer werkte. De eerste klus herinnert hij zich als de dag van gisteren. Schoffelen bij de Coentunnel. Daar waren bomen geplant en het onkruid moest worden verwijderd. ”Het was 1969. Ik was zestien.”
In hetzelfde schuitje
“In de eerste tien jaar bij HOEK werkte ik samen met mijn broer in de buitendienst. Met een groep hoveniers gingen we op weg naar Oostzaan. We hadden de opdracht gekregen om daar bomen te planten langs de Rijksweg, een weg omringt door water en kleine eilandjes. Mijn broer roeide alle collega’s naar een eilandje. Bomen mee, gereedschap mee en na een aantal keer heen en weer varen, waren alle eilandjes bemand. Mijn broer legde de boot vast bij een van de eilandjes en ging zelf ook aan het werk. Tenminste, dat DACHT hij! Terwijl wij de bomen plantten, waaide de boot terug naar de kant van de weg. We moesten net zo lang zwaaien en roepen tot er een auto stopte. De man die erin zat, heeft de boot naar een van de eilanden geroeid. Toen pas konden we terug naar het vasteland.”
Geen dag is hetzelfde
Het ene moment staat René te sleutelen aan een grote maaimachine, het andere moment hangt hij een nieuw lampje op in het kantoor. René kan alles maken en dat is bekend bij zijn collega’s. Als de buitendienst ’s avonds weer terug is bij het bedrijf aan de Loosterweg, staat er binnen vijftien minuten een rij in de werkplaats, vertelt René. “Of ik een nieuwe accu voor ze heb, een motor wil repareren, iets anders vervang… Dan moet je prioriteiten stellen. Wat is écht noodzakelijk en wie kan tot morgen wachten?” Blij is René als zijn collega’s wegrijden met een opgelapte machine. “Is het heel en werkt het weer? Dan heb ik een goed gevoel. Met een gekke bek roep ik ze altijd na: “je hebt garantie tot het hek!”
Jonge collega’s
Tijdens werktijd heeft René veel contact met zijn collega’s. Als een machine stuk gaat op locatie, wordt de monteur meteen gebeld. “Ik vraag eerst wat er aan de hand is en probeer dan of de hovenier het apparaat, met mijn hulp op afstand, weer aan de praat kan krijgen. Als dat niet lukt, ga ik er naartoe.”
Door zijn jarenlange ervaring hebben nieuwe collega’s toch wat ontzag voor hem. “Iedereen spreekt me aan met meneer, maar ik ben gewoon René. Als ik dat zeg, wordt de sfeer vanzelf wat losser.” René leert zijn jongere collega’s lassen en zij leren hem hoe een smartphone werkt. “Vroeger had je een autotelefoon, dat ding was niet te sjouwen. Als je ‘m vergat uit te zetten, was de accu van je auto binnen een uur leeg. Tegenwoordig heeft iedereen een mobieltje op zak. Dat is niet echt mijn ding, maar ik moet wel met de tijd mee. De jongens kunnen mij perfect uitleggen hoe mijn telefoon werkt. Ze flipperen er een beetje op en hup! Er is een berichtje verstuurd.”
Modernisering
Naast de telefoon zijn er in de loop der jaren ook veel andere machines bij HOEK gemoderniseerd. De machinemotors zijn verruild voor elektrische accu’s, het aantal machines verdubbeld. Is het werk van de monteur nu nog wel te overzien? René denkt van wel. “Alles wat we nu kopen, is kwalitatief beter. Bovendien is het ontwerp doordachter en gaat zo’n machine langer mee. Als het goed is, hebben deze apparaten minder onderhoud nodig. Maar als er wél iets gerepareerd moet worden, is kennis van de moderne technologie vereist. Mijn opvolger Ronald weet hier veel meer van: als ik iets niet weet, vraag ik aan hem hoe het zit.” Verbaasd is hij over de snelle groei van het bedrijf. “Straks hebben we negentig bedrijfswagens. Dat had je me veertig jaar geleden echt niet hoeven vertellen!”
Niet stilzitten
René is getrouwd met Coby. Samen kregen ze drie dochters: Sandra, Wendy en Laura. ”Ik heb inmiddels ook een berg kleinkinderen”, lacht hij. Elke vrijdag pas ik op.
Een van zijn kleinkinderen heeft het klus-gen van opa al in zich. Als René bezig is met schroevendraaiers en een boormachine, komt zijn kleinzoon er maar al te graag bij staan. “Dat kleine ventje doet alles na en voelt zelfs of de schroeven goed in de muur zitten. Hij kan nog veel van mij leren.” René denkt nog niet aan stoppen bij Hoek en blijft aan het werk in zijn geliefde werkplaats. Daarnaast gaat hij gewoon door met klussen, in het huis van zijn kinderen en bij zijn broers bijvoorbeeld. Want, zo zegt hij: “Stilzitten kan ik toch niet.”
Van harte gefeliciteerd met deze bijzondere mijlpaal, René!
‘Opa Hoek begon al met werken op zijn elfde. Maar na 21 jaar dienst wilde zijn baas niet uitbetalen toen hij ziek werd. Dat was voor hem de aanleiding om als zelfstandig hovenier aan de slag te gaan. Met oma als drijvende kracht.’
André Hoek denkt na over de volgende stap in duurzaam ondernemen. ‘Mijn droom is dat Coolblue me opbelt met de vraag waarom iedereen zo graag bij HOEK wil werken.’ Een interview.
Gouden greep
‘In 1943 had alleen de gegoede burgerij tuinklusjes. Oma werkte als bontwerkster in Leiden, en later vermaakte zij kleding voor half Voorhout. Het was bikkelen. Een aantal middenstanders werkten tegen omdat hij geen middenstandsdiploma had, zijn oude baas wilde hem aangeven voor de “Arbeitseinsatz Deutschland”…
Uiteindelijk haalde hij als een van de eerste hoveniers het Diploma Vakbekwaamheid Sproeien. Een gouden greep, toen in 1948 opeens de coloradokever opdook. Het bedrijf groeide en het hele gezin hielp waar het kon mee, van typen van offertes en facturen, tot sleutelen.’
Machtig mooi
‘Zelf wist ik helemaal niet wat ik wilde na mijn schooltijd. Ik zie mezelf nog zitten met de beroepskeuzegids… en vraag me weleens af wat ik gedaan zou hebben als er geen familiebedrijf was geweest. Vrachtwagenchauffeur, denk ik. Ik was altijd al geïnteresseerd in machines en materieel. Tractoren vond ik machtig mooi.’
‘Hard werken werd thuis met de paplepel ingegoten, daar lag in eerste instantie ook mijn talent. Ik ben buiten de deur gaan werken bij groenvoorzieningsbedrijf Bogaart in Hengelo. Als collega-werknemer, niet als de zoon van. Vervolgens bij de nieuwe vestiging van Bogaart in Almere, nog helemaal in het begin van de bouw van de stad. Een mooie tijd was dat. Almere was nog een grote, open vlakte.’
‘Die eerste jaren waren zeer waardevol. Ik heb veel geleerd, zowel over de werkvloer als over leidinggeven, de impact van lange reistijden, of hoe een bedrijf omgaat met schade aan persoonlijk vervoer: lost men het op of moet je het zelf regelen? Als je iets zelf hebt ervaren, kijk je er met een andere bril naar.’
Zelf ontdekken
‘Ik heb ook geleerd dat je jonge mensen de ruimte moet geven. Ze moeten het zelf ervaren en mogen fouten maken ‘met vallen en weer opstaan’. Daar leer je verschrikkelijk veel van. Zelf wist ik het natuurlijk ook beter toen ik jong was en ik heb het geluk gehad dat de voorman mij het allemaal zelf liet ontdekken. Vooral wat ik niet goed deed. Het is meer dan 30 jaar geleden maar ik weet het nog allemaal. De hartelijkheid van de baas en de norsige voorman, die een goede leermeester bleek.’
‘Ik heb twee jaar de avondheao gedaan en dat was pittig. Achteraf gezien jammer dat ik niet vol heb gehouden. Je mist toch een stuk opleiding. En dat maakte me ook weleens onzeker bij mensen die wel hadden gestudeerd. Pas later leer je dat het niet gaat om scholing en titels. Ik noem me altijd de slechtst opgeleide medewerker op kantoor, maar ik weet nu dat ik een echte ondernemer ben, iemand die zijn nek durft uit te steken en de juiste koers blijft varen bij tegenwind. Dat vergt andere vaardigheden. Overigens heb ik mijn vrouw Marian leren kennen op de heao, dus er is nog wel degelijk iets moois van gekomen.’
Van visie naar business
‘Pas op latere leeftijd ben ik na ga denken over mijn passies. Hoek is inmiddels een echte voorloper als het gaat om duurzaam ondernemen en daar ben ik trots op. Ik werk met passie aan zoveel mogelijk duurzame projecten. En ik vind het belangrijk dat je die passie vervolgens ook weet te verkopen. Mensen weten Hoek nu te vinden als het over duurzaamheid gaat, en dat geeft me de bevestiging dat wij goed een visie om kunnen zetten naar business. Daar zit voor mij persoonlijk de kentering, en ik ben hierdoor ook gegroeid als persoon.’
‘We hebben natuurlijk ook de crisis meegemaakt. Te weinig werk voor slechte prijzen. Wat ga je dan doen? Ik geloofde niet in acquireren maar in een andere manier van werken waarbij veel van je werd gevergd. Dat is cruciaal geweest in onze bedrijfsvoering. Het waren zware tijden die veel van je vergen. In goede maar ook zware tijden is het belangrijk dat je partner je begrijpt en steunt. Ik heb altijd veel steun gehad aan Marian en het managementteam. De keuze voor innoveren en duurzaamheid heeft gemaakt dat we nu het verschil kunnen maken. Dat komt ook terug in de manier van leidinggeven. Men ziet dat het intrinsiek is, men gelooft het en wil daarom ook hier komen werken. Het is geen window dressing.’
Bevlogen
‘Een van de mooie dingen vind ik de kennisdelingssessies met medewerkers. Einde van de werkdag, met een daghap erbij, in informele setting uitwisselen van kennis en ervaring. Mooie momenten om de bevlogenheid van onze medewerkers te zien. Dan voel ik me trots en gun ik iedereen dat je met zulke betrokken mensen mag werken. De mens is de meest bepalende factor voor het bedrijf. Vandaag zijn er 200 man op locatie en 25 man op kantoor, die geven het bedrijf een gezicht. Niet ik.’
‘Wat betreft duurzaamheid en innovatie kunnen we niet achteroverleunen, moeten we steeds vooraan staan. De lange termijn is altijd het vertrekpunt. We bouwen aan relaties, zijn creatief en betrouwbaar. Dat geldt ook voor arbeid. Bijvoorbeeld bij gemeente Zoetermeer waar we zo ver zijn dat Hoek daadwerkelijk maatschappelijke impact heeft, en ook voor werkgelegenheid zorgt, ‘een social return on investment’. Mensen met weinig uitzicht op een baan die wij de kans bieden, en door laten stromen naar een reguliere baan.’
‘De mens is de meest bepalende factor voor het bedrijf. Vandaag zijn er 200 man op locatie, die geven het bedrijf een gezicht. Niet ik.’
Droom
‘Op dit moment onderzoeken we wat de nieuwe maatschappelijke ontwikkeling na duurzaamheid wordt. Ik weet het nog niet helemaal, ben er wel mee bezig. Mijn droom is in ieder geval dat Coolblue belt met de vraag waarom mensen toch allemaal zo graag bij Hoek komen werken. Want als je mensen met passie en talent laat instromen, is het niet erg als ze geen groene achtergrond hebben. Ze kunnen instromen vanuit een andere invalshoek en door interne opleiding zelf hun plek in het bedrijf vinden. Dat is iets voor de komende jaren: ‘niet alleen oog voor de papieren, vooral ook aandacht voor ieders talenten’.
Hoek Academy
‘We hebben er al een kleine start mee gemaakt in Ursem, op aangeven van Ron van Tuijl, een van de voormannen. Het eerste zaadje voor de Hoek Academy is geplant! En we kijken ook naar flexibiliteit in arbeidstijd. Als jonge ouders in het groen willen werken, moet je daar ruimte voor bieden. Iedereen is een schakel. Ook als je een paar dagen per week bij ons werkt, natuurlijk wel met hart en ziel, bepaalt dát het succes.’
De helft van zijn leven al besteedt Ron van Tuijl aan het onderhouden en aanleggen van allerlei soorten tuinen. Je vindt de vijftigjarige voorman vooral in de Amsterdamse regio, in verborgen achtertuinen van grachtenpanden, gemeenschappelijke hofjes, museumtuinen, of driehoog op het dak van een flatgebouw.
Verschillen
Ron: ‘De contrasten in Amsterdam zijn groot. Dat maakt werken in de hoofdstad zo leuk. Mensen weten niet wat er achter een grachtenpand verstopt zit. Zij zien alleen de voorkant: een hoog smal huis aan een drukke krappe straat. Ondertussen geniet de huiseigenaar van de rust in zijn enorme en prachtige achtertuin.’ Ron neemt een slok van zijn koffie. We spreken elkaar op de daktuin van een huurcomplex aan het Mercatorplein, waar hij samen met een collega de perkjes op orde brengt. Uit een van de aangrenzende appartementen komt een kruidige etensgeur. Een mevrouw met een boodschappentas komt voorbij en groet. Ron: ‘Dit is het andere uiterste. Als hovenier moet je goed kunnen schakelen: in de ene tuin moet je alles overhoop halen om het weer netjes te krijgen, terwijl je ergens anders alleen wat bijsnoeit. Iedere tuin is anders, net als hun eigenaren. Dat maakt mijn werk erg divers.’
Parkeren
Met een grote bus én aanhanger is het soms een hele opgave om op locatie te komen. De voorman manoeuvreert zijn auto dagelijks over kleine bruggetjes en door smalle straten. Een voordeel: Ron kent Amsterdam inmiddels op zijn duimpje. ‘Het is soms best hectisch. Je moet weten waar je de bus neer kan zetten zonder de weg te versperren voor de rest van het verkeer. Maar soms is dat onvermijdelijk, als we spullen moeten laden of lossen bijvoorbeeld.’ Werken in de stad vergt dus een doeltreffende planning én wat goede communicatievaardigheden. ‘Als je kan uitleggen waarom je precies dáár je spullen uit moet laden, is er meer begrip. Dan stopt de politieagent zijn bonnenboekje weer terug in zijn zak en zijn de chauffeurs achter je heus bereid even te wachten.’
Mentor
Het aanleggen van tuinen beslaat allerlei verschillende handelingen. Straat-, hout- of metselwerk; een grasveld, watergeefsysteem of grondvijver: Ron voert deze opdrachten allemaal uit. ‘Als voorman heb ik de leiding over meerdere projecten. Ik heb contact met de architecten en krijg een beplantingsplan mee van het kantoor. Als het ontwerp is bedacht, mag ik het inkleuren.’ Om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen binnen de hovenierswereld bladert Ron geregeld de vakbladen door. Hij haalt zijn kennis uit eerdere opdrachten en heeft aan het begin van zijn carrière veel van zíjn voorman geleerd. Deze kennis wil hij graag overdragen aan (nieuwe) collega’s. ‘Je werkt samen aan een project. Jonge, nieuwe mensen houden mij scherp. Ik werk ze in, ben eigenlijk een soort mentor. In de praktijk leer je het meest.’ Ron vindt het jammer dat er tegenwoordig maar weinig mensen worden opgeleid tot hovenier. ‘Ook als beginnende hovenier heb je kennis nodig om een tuin aan te leggen. Ik zou daarom nog wel meer tijd willen besteden aan het mentorschap.’
Netwerk
Als er iets is dat Ron mee zou willen geven aan nieuwe hoveniers, dan zijn het wel de manieren van denken. ‘Denk praktisch én positief. Je kunt zeggen: wát een troep en wát een werk. Je kunt ook achterom kijken en zien wat je al gedaan hebt, hoe netjes het is geworden. Ga lekker aan de gang, maak het mooi.’ Door te tuin te bekijken alsof ‘ie van hem is, blijft de voorman kritisch op zijn werk. ‘Als het project af is, ga ik naar huis en zit ik in mijn eigen tuin, de architect doet hetzelfde. Maar de klant blijft met zijn aangelegde tuin achter. Het gaat erom dat die laatste tevreden is met het resultaat.’ Het klantencontact is hierbij van belang. Als de tuin af is melden de voormannen zich af bij de opdrachtgever. Ron: ‘Het is prachtig om te horen dat je werk wordt gewaardeerd. Ik ga er nog net niet van naast mijn schoenen lopen. Ik wil alle tuinen mooi afleveren: daarom doe ik dit werk.’
De ambities van Ron zijn groot. ‘Ik wil tuinen van het allerhoogste segment maken. Zodat ik de door mij aangelegde tuinen terug kan vinden in de vakbladen.’ Dat gebeurt toch nu al eens? Hij lacht. ‘Ja, dat is waar. Maar het liefst sta ik er elke maand in!’
De redactie van VHG magazine heeft een interview met André Hoek gehad over 75 jaar hoek, kernwaarden die centraal staan en de toekomst.
In het gesprek met André Hoek, directeur van Hoek hoveniers- en groenvoorzieningsbedrijf in Voorhout, keren enkele woorden regelmatig terug: co-creatie, innovatie en duurzaamheid. Zijn opa richtte het bedrijf 75 jaar geleden op. Die kernwaarden hebben het bedrijf gebracht waar het nu staat. En het gaat verder.
De 22-jarige Lisanne de Graaf noemt zichzelf een pietje precies. Een handige eigenschap voor als je een glad gazon af wil leveren. Je vindt haar op, naast en soms zelfs onder haar maaimachine. ‘Ik hou wel van de stoere uitstraling van machines, wil graag weten hoe ze in elkaar zitten. Hoe nauwkeuriger je de maaimachine afstelt, hoe netter het eindresultaat.’
Maaimachiniste
Een vrouw op de grasmaaier, daar staan sommige mensen toch nog even van te kijken, zegt Lisanne. ‘Maar ik krijg vooral heel veel leuke reacties. En sinds dit jaar heb ik versterking: we werken nu met drie vrouwen in de buitendienst.’ Zelf is Lisanne nu anderhalf jaar werkzaam bij Hoek. Eenmaal afgestudeerd als boswachter dacht ze in eerste instantie maar heel even hovenier te zijn.
" Ik vind grasmaaien veel leuker dan boswachten! "
- Lisanne de Graaf -
Ik bezoek drie verschillende locaties op een dag voor grote en kleine projecten. Dat maakt dit werk onwijs afwisselend. Voorlopig ben ik nog niet klaar met mijn maaimachine!’
Invetten en afstellen
Vlak voordat dit interview wordt gehouden, ligt Lisanne in het gras, onder haar maaimachine. Een monteur is inmiddels gearriveerd op de Voorhoutse buitenplaats Nieuw Schoonoord, waar Lisanne op dat moment aan het werk is. Hij trekt aan de messen van de machine: die draaien met moeite een stukje mee. Terwijl Lisanne de rest van haar maaier checkt, legt ze uit wat er stuk is. ‘De messen zijn verbrand. Grasmaaien doe ik al sinds mijn vijftiende. Ik begon op een cirkelmaaier, dat is een vrij simpele machine. Je zet ‘m aan en dan rijdt ‘ie. Deze machine maait veel mooier, maar hij heeft ook wat meer aandacht nodig. Ik ben ’s ochtends drie kwartier bezig met het invetten en afstellen van de machine. En in dit geval heb ik ‘m te strak afgesteld. Ik hou de monteur van Hoek wel bezig zo!’ Ze kijkt nieuwsgierig toe terwijl de monteur een pasta op de messen smeert en vraagt hem waar dat voor dient. ‘Dan kan ik het de volgende keer zelf doen.’
Werk mee naar huis
Lisanne is wekelijks op ongeveer vijftien verschillende locaties aan het werk. Zo houdt ze het gras kort in Park Rusthoff in Sassenheim, doet ze haar rondje bij de BNS in Voorhout en zorgt ze voor nette gazons op landgoed Backershagen in Wassenaar. ‘Die laatste is misschien wel mijn favoriete project. Het is een oud en mooi landgoed met ontzettend veel historie. Ik ben daar een hele middag bezig, onder beuken van bijna 200 jaar oud.’ Meestal waaiert ze vanaf de Loosterweg, de weg waar Hoek is gevestigd, uit naar haar projecten. Maar als ze voor een opdracht naar Zandvoort of Haarlem-Heemstede moet, neemt Lisanne haar bus met maaier mee naar huis. Zo kan ze de volgende dag vanuit Alphen a/d Rijn meteen door naar de locatie.
Collega’s
Hoewel Lisanne voornamelijk alleen werkt, heeft ze veel contact met haar collega’s. ‘Als ik een erf oprijd zie ik regelmatig een andere Hoek-bus staan. Dan praten we even bij in de pauze en eten we samen ons broodje op.’ In de hoge piek van het maaiseizoen komt er een collega met bosmaaier met Lisanne mee. Die maait het gras rondom de bomen en werkt het gazon netjes af. In het geval van machine- of autopech komen de monteurs helpen en als ze iets wil weten, dan belt ze naar kantoor of naar Jan van Rooijen, een ervaren maaimachinist van Hoek.
Vertrouwen
Met haar 22 jaar is Lisanne een van de jongere werknemers van het hoveniersbedrijf. Ze werkte krap twee maanden bij Hoek toen het maaiseizoen van start ging.
Ik kon meteen mijn eigen ding gaan doen, zelfstandig aan de slag.
- Lisanne de Graaf -
Lisanne: ‘Ik kreeg een bus met een nieuwe maaier mee. Het vertrouwen dat Hoek mij gaf vond ik erg bijzonder. Lekker buiten bezig zijn. Ik vind het mooi als er strepen in mijn pasgemaaide veld staan, net als in een voetbalveld. Daar kan ik echt trots op zijn.’
Aftellen
Ook als het geen maaiseizoen is, heeft Lisanne van alles te doen. ‘Ik loop mee met onderhoudsploegen, bestuur een kantensteker, probeer verschillende machines uit. Ik voer werkzaamheden uit die ik nog nooit eerder heb uitgevoerd. In de winter doe ik veel nieuwe ervaring op.’ Toch vindt Lisanne haar eigen job, het grasmaaien, het leukst om te doen. ‘Ik begon in februari al met aftellen. Yes, we kunnen weer!’ Wordt ze het precisiewerkje nooit zat? ‘Ik kan dit de rest van mijn leven blijven doen. Ik ben geen kantoormens, ik zal altijd buiten zijn. Ik hoop hier nog heel lang te werken.’
Al 48 jaar werkzaam bij HOEK en geen dag hetzelfde vinden: René Havenaar heeft heel wat te vertellen. We spreken de monteur over vroeger en nu, bomen planten met zijn broer en de moderne techniek. “Een machine moet herrie maken. Die elektrische apparaten van tegenwoordig zoemen een beetje en dan werken ze al! Dat is best even wennen.”
Het ene moment staat hij te sleutelen aan een grote maaimachine, het andere moment hangt hij een nieuw lampje op in het kantoor. René kan alles maken en dat is bekend bij zijn collega’s. Als de buitendienst ’s avonds weer terug is bij het hoveniersbedrijf aan de Loosterweg, staat er binnen vijftien minuten een rij in de werkplaats, vertelt René. “Of ik een nieuwe accu voor ze heb, een motor wil repareren, iets anders vervang… Dan moet je prioriteiten stellen. Wat is écht noodzakelijk en wie kan tot morgen wachten?” Blij is René als zijn collega’s wegrijden met een opgelapte machine. “Is het heel en werkt het weer? Dan heb ik een goed gevoel. Met een gekke bek roep ik ze altijd na: ‘je hebt garantie tot het hek!’
In hetzelfde schuitje
René heeft in 48 jaar tijd heel wat collega’s zien komen en gaan. Ook heeft hij een lange tijd met zijn broer samengewerkt bij HOEK. Als dat ter sprake komt, lacht René: hij heeft daar wel een leuk verhaal over.
Hij vertelt: “In de eerste tien jaar bij Hoek werkte ik samen met mijn broer in de buitendienst. Met een groep hoveniers gingen we op weg naar Oostzaan. We hadden de opdracht gekregen om daar bomen te planten langs de Rijksweg, een weg omringt door water en kleine eilandjes. Mijn broer roeide alle collega’s naar een eilandje. Bomen mee, gereedschap mee en na een aantal keer heen en weer varen, waren alle eilandjes bemand. Mijn broer legde de boot vast bij een van de eilandjes en ging zelf ook aan het werk. Tenminste, dat DACHT hij! Terwijl wij de bomen plantten, waaide de boot terug naar de kant van de weg. We moesten net zo lang zwaaien en roepen tot er een auto stopte. De man die erin zat, heeft de boot naar een van de eilanden geroeid. Toen pas konden we terug naar het vasteland.”
Jonge collega’s
Tijdens werktijd heeft René veel contact met zijn collega’s. Als een machine stuk gaat op locatie, wordt de monteur meteen gebeld. “Ik vraag eerst wat er aan de hand is en probeer dan of de hovenier het apparaat, met mijn hulp op afstand, weer aan de praat kan krijgen. Als dat niet lukt, ga ik er naartoe.”
Door zijn jarenlange ervaring hebben nieuwe collega’s toch wat ontzag voor hem. “Iedereen spreekt me aan met meneer, maar ik ben gewoon René. Als ik dat zeg, wordt de sfeer vanzelf wat losser.” René leert zijn jongere collega’s lassen en zij leren hem hoe een smartphone werkt. “Vroeger had je een autotelefoon, dat ding was niet te sjouwen. Als je ‘m vergat uit te zetten, was de accu van je auto binnen een uur leeg. Tegenwoordig heeft iedereen een mobieltje op zak. Dat is niet echt mijn ding, maar ik moet wel met de tijd mee. De jongens kunnen mij perfect uitleggen hoe mijn telefoon werkt. Ze flipperen er een beetje op en hup! Er is een berichtje verstuurd.”
Modernisering
Naast de telefoon zijn er in de loop der jaren ook andere machines bij HOELK gemoderniseerd. De machinemotors zijn verruild voor elektrische accu’s, het aantal machines verdubbeld. Is het werk van de monteur nu nog wel te overzien? René denkt van wel. “Alles wat we nu kopen, is kwalitatief beter dan vijftien jaar geleden. Bovendien is het ontwerp doordachter en gaat zo’n machine langer mee. Als het goed is, hebben deze apparaten minder onderhoud nodig. Maar als er wél iets gerepareerd moet worden, is kennis van de moderne technologie vereist. Mijn opvolger weet hier veel meer van: als ik iets niet weet, vraag ik aan hem hoe het zit.” Verbaasd is hij over de snelle groei van het bedrijf. “Straks hebben we negentig bedrijfswagens. Dat had je me veertig jaar geleden echt niet hoeven vertellen!”
In de winter worden alle machines nagekeken. René krijgt dan hulp van een aantal collega’s die het iets rustiger hebben door het koude weer. “Tenminste, dat was vroeger zo. Nu voert het hoveniersbedrijf het hele jaar projecten uit. Er is werk zat en het is áltijd druk. Eigenlijk is er hier het hele jaar werk voor twéé monteurs.”
Niet stilzitten
René mag bijna met pensioen, maar hij roept nu al dat hij twee maanden langer doorgaat. “Dan ben ik hier vijftig jaar in dienst. Die acht weken kunnen er ook nog wel bij.” Daarna gaat René gewoon door met klussen, in het huis van zijn kinderen en bij zijn broers bijvoorbeeld. Want, zo zegt hij: “Stilzitten kan ik toch niet.” Een van zijn kleinkinderen heeft het klus-gen van opa al in zich. Als René bezig is met schroevendraaiers en een boormachine, komt zijn kleinzoon van anderhalf er maar al te graag bij staan. “Dat kleine ventje doet alles na en voelt zelfs of de schroeven goed in de muur zitten. Hij kan nog veel van mij leren en daar heb ik genoeg tijd voor als ik straks met pensioen ben.”